De toekomst van het lezen en het e-book

SF-café Leuven, 19 november 2011

 

Aanwezig: Graham Andres, Agnes Andrew, Frank Beckers, Paula Vanden Beken, Johann Chiaradia, Frank Roger, Peter Stinson, Ludwine Van Assche, Patrick Van den Hole, Jan van ’t Ent, Julien Vermeulen – begeleiding Luk Vanrespaille

 

In een eerste, heel korte gespreksronde kwamen we tot volgend lijstje van ‘toekomstvragen’ (aangevuld vanaf vraag 8 met het voorbereidingswerk van Frank)

1)    De eerste intelligente robot: vrees of hoop?                                      (1)

2)    De toekomst van het e-book?                                                            (5)

3)    Einde van de wereld, einde of nieuw begin?                                     (3)

4)    De toekomst van het lezen?                                                               (5)

5)    Horizon 2012, in het licht van Maya- en Aztekenkalenders?           (-)

6)    Hoe evolueert de mensheid?                                                              (2)

7)    Wat valt er nog uit te vinden?                                                            (1)

8)    Hoe kan sciencefiction de wereld redden?                                        (-)

9)    Zin en onzin van futurologie?                                                            (-)

10) Stevenen we af op het einde van de wereld?                                       (1)

11) Bent u optimistisch of pessimistisch over de toekomst?                    (6)

12) In 2020 maken we contact met buitenaardse intelligentie.
      Welke vraag zou je de alien stellen?                                                    (-)

 

Iedereen kon vervolgens twee stemmen uitbrengen op haar of zijn voorkeursvragen. Tussen haakjes vindt u de scores.

Omdat er kennelijk ‘fraude’ gepleegd is, houden we nog een snelle tweede ronde waarin vraag 2 en 4 samen genomen het opnemen tegen vraag 11. Zoals verwacht is het de cluster van 2 en 4 die het nu haalt.

 

We zullen het tijdens de resterende tijd dus hebben over de toekomst van het e-boek en meer algemeen van het lezen as such.

Hieronder een korte neerslag van de grote lijnen van het gesprek.

 

  • De look & feel van een e-reader ten opzichte van een boek zal nooit dezelfde zijn en speelt toch ook een rol in de leeservaring. De geur, het geritsel van bladzijden...

Dat hangt nauw samen met het bibliofiele aspect dat voor sommigen een belangrijke rol speelt. Boeken kunnen mooi zijn, kleine kunstwerkjes zelfs. Je kan ze verzamelen, koesteren en fysiek te pronken zetten in een mooie boekenkast.

 

  • De afhankelijkheid van een vluchtig medium en een snel veranderende technologie kan een nadeel zijn. Wat met je collectie als ze niet meer ondersteund wordt door de nieuwe generatie afspeelapparatuur. Denk maar aan wat er met de muziekcassette gebeurd is. Anderzijds kent bijvoorbeeld de vinylplaat opnieuw een duidelijke revival. Dat kan over afzienbare tijd ook het uit de mode geraakte papieren boek overkomen.

 

  • Daarmee hangt ook de (eerder technische) discussie samen over normen – standaarden – technologieplatformen...

 

  • Tablet-pc’s, e-readers, smartphones sluiten in principe meer aan bij de jongeren(cultuur) en zouden een rol kunnen spelen in het tegengaan van de zogeheten ‘ontlezing’. De vraag stelt zich of dat wel zo is of zal zijn. Onderzoek zal zoiets moeten uitwijzen. De nieuwe snufjes en gadgets gaan wellicht eerder hand in hand met het consumeren van andere cultuurproducten (games...) dan boeken. Of het zullen andere boeken zijn, met hyperlinks, met ingelaste clips..., met koppelingen naar online (vertaal)woordenboeken, encyclopedieën, wiki’s allerhande...

 

  • Lezen is ook meer dan kennis verwerven van de inhoud van een tekst of boek. Zelfs al konden we de hele inhoud van een boek via een soort usb-stick ineens in ons hoofd pluggen, dan nog zouden we niet het bevredigende gevoel kennen een goed boek te hebben gelezen. Lezen is ook ‘de tijd nemen om... te verwijlen bij..., je in te leven in..., na te denken over..., mee te gaan in...’

 

  • Misschien zit het einde van het papieren boek er wel aan te komen en het is nog maar de vraag of dat zo erg zou zijn. Dat het boek verdwijnt kan ook bevrijdend werken, en plaats maken voor andere manieren van vertelen, verhalen, leren... Zo heeft ook de schilderkunst de komst van de fotografie grandioos overleefd. Meer nog, net daardoor heeft ze het keurslijf van de natuurgetrouwe weergave kunnen afleggen en zich in allerlei andere richtingen ontwikkelen.

 

  • Vanuit auteursstandpunt stelt zich het probleem van de rechten, het copyright ©, die moeilijker te beschermen zijn in het geval van een redelijk immaterieel product dat met een klik op de muis, zonder veel kosten naar het andere eind van de wereld kan gestuurd worden. Daar staat tegenover dat auteurs hun koopwaar ook veel gemakkelijker kunnen slijten op een veel grotere markt.

 

  • Nog een voordeel is dat een e-boek potentieel democratiserend kan zijn, drempelverlagend voor minder mobielen, teksten kan ontsluiten voor slechtzienden, toegankelijk maken voor lezers in afgelegen gebieden. Elektronische boeken zouden ook emanciperend kunnen zijn als ze gebruikt worden voor onderwijsdoeleinden, onder meer in ontwikkelingslanden. Laptops of tabletcomputers met e-boeken verstrekken is wellicht goedkoper dan bibliotheken bouwen. Hier speelt ook zoiets als de wet van de remmende voorsprong. Veel boeken zijn er in afgelegen gebieden nooit geweest. Maar met een tablet op zonne-energie en draadloos internet voorzie je van de ene dag op de andere toegang tot de hele wereld. Anderzijds dreigt toch ook enig gevaar voor uitsluiting. Tweedehandsboeken kosten zo goed als niets, terwijl de aanschaf van een computer voor mensen met een beperkte koopkracht toch een drempel vormt.

 

  • We mogen evenmin uit het oog verliezen dat e-reading over meer gaat dan alleen boeken, maar ook over kranten en magazines lezen, informatie opzoeken en uitwisselen, bronnen raadplegen, studeren. E-reading als innovatie heeft zijn eigen potentie. Lezen valt niet zonder meer te herleiden tot boeken en omgekeerd.

 

  • Daarnaast is er ook het ecologische aspect, als is dat niet eenduidig. De nieuwe boeken zijn enorm plaatsbesparend. Er kunnen er duizenden op een geheugenkaartje dat niet groter is dan een vingernagel. De keerzijde is natuurlijk dat al die computers ook weer geproduceerd, getransporteerd, aangedreven, gerecycleerd... moeten worden. Een boek gaat ettelijke keren langer mee dan een computer. Die duurzaamheidsdiscussie is dus niet zomaar in een handomdraai beslecht.

 

  • In de mate dat een elektronisch medium minder tastbaar is, kan het minder gemakkelijk onderschept, geblokkeerd, geboycot... worden. E-books zijn daardoor minder censuurgevoelig, wat niet onbelangrijk is voor wie onder een dictatoriaal regime woont en werkt.

 

  • Het is voor een stuk de uitgeversmarkt die ons de vrees voor nieuwe ontwikkelingen aanpraat, omdat zij het zijn die klappen krijgen als het boek het moet afleggen. Zij zijn het natuurlijk ook die (onder meer) investeren in de aanmaak van e-boeken.

 

  • Het e-boek kan een rol spelen als geheugen. Niet alleen is er de hele kwestie van het bewaren van een vergankelijk product als papieren boeken. Die kunnen nu ingescand en elektronisch bewaard worden. Maar er is meer: vergeten auteurs die anders geen kans meer maken op heruitgave, vanwege te weinig interesse om een herdruk rendabel te maken, kunnen nu ‘voortleven’ via print-on-demand. De drempel voor een auteur om ‘uitgegeven’ te geraken kan er ook door verlaagd worden, aangezien zich minder of geen fysieke beperkingen stellen qua aantal bladzijden, (kleuren)illustraties,...

 

Luk Vanrespaille